Deelvaardigheden | ||
01 · Tijd en kalender | ||
Naam | Instructie | Media |
01 · De maanden van het jaar | Bekijk de foto's van de kalender en vorm de namen van de maanden aan de hand van de gegeven letters. | |
02 · De maanden van het jaar | Bekijk en vergelijk de foto's van de kalender zeer aandachtig en vul de ontbrekende maanden in. Gebruik elke maand slechts één maal! | |
03 · De dagen van de week | Zet de dagen van de week in de juiste volgorde. | - |
04 · De dagen van de week | Vorm een weekdag en zoek de woorden in het Frans, Engels en Duits. | - |
05 · De dagen van de week | Bekijk de weekplanning van mevrouw De Groot. Vul in de onderstaande zinnen de ontbrekende namen van de dagen in. | - |
06 · Tijdsbepalingen (dag) | Zet in de juiste volgorde. | - |
07 · Tijdsbepalingen (kalender) | Raadpleeg de kalender en combineer de woorden met de juiste tijdsbepalingen. | |
08 · Tijdsbepalingen | Rangschik de volgende bijwoorden / bijwoordelijke bepalingen volgens "verleden / heden / toekomst". | - |
02 · Afkortingen | ||
Naam | Instructie | Media |
01 · Afkortingen | Plaats zo snel mogelijk de juiste begrippen bij de overeenkomstige afkortingen. Let op de tijd! | - |
02 · Afkortingen | Schrijf de correcte afkorting. | - |
03 · Afkortingen | Plaats zo snel mogelijk de juiste begrippen bij de overeenkomstige afkortingen. Let op de tijd! | - |
04 · Afkortingen | Schrijf deze afkortingen voluit. | - |
05 · Afkortingen | Plaats zo snel mogelijk de juiste begrippen bij de overeenkomstige afkortingen. Let op de tijd! | - |
06 · Afkortingen | Lees de zin en vind het ontbrekende woord door de letters in de juiste volgorde te plaatsen. Vul vervolgens de afkorting ervan in. | - |
07 · Afkortingen | Lees de zin en vind het ontbrekende woord door de letters in de juiste volgorde te plaatsen. Vul vervolgens de afkorting ervan in. | - |
03 · Voorzetsels | ||
Naam | Instructie | Media |
01 · Voorzetsels | Maak de juiste combinaties. Let op het gebruik van voorzetsels! | - |
02 · Voorzetsels | Maak de juiste combinaties. Let op het gebruik van voorzetsels! | - |
03 · Voorzetsels | Maak de juiste combinaties. Let op het gebruik van voorzetsels! | - |
04 · Voorzetsels | Hieronder vindt u enkele zinnen die regelmatig in brieven gebruikt worden. Kies het juiste voorzetsel uit de lijst. | - |
05 · Voorzetsels | Hieronder vindt u enkele zinnen die regelmatig in brieven gebruikt worden. Vul aan met het juiste voorzetsel. | - |
04 · Werkwoorden | ||
Naam | Instructie | Media |
01 · Willen, kunnen, mogen, moeten | Kies de juiste betekenis bij elke voorbeeldzin. | - |
02 · Willen, kunnen, mogen, moeten (woordvolgorde) | Vorm een correcte zin. | - |
03 · Willen, kunnen, mogen, moeten (betekenis) | Schrijf de juiste vorm van de werkwoorden "willen", "kunnen", "mogen" of "moeten". Let daarbij op de betekenis. | |
04 · (Te) + infinitief | Is "te" nodig in de volgende zinnen of niet? Kies de correcte oplossing. | - |
05 · Volgorde van werkwoorden onderling | Geef de werkwoorden de juiste vorm en zet ze in de juiste volgorde. |
05 · Spelling | ||
Naam | Instructie | Media |
01 · Spelling | Schrijf het Nederlandse equivalent voor de volgende Engelse, Franse en Duitse woorden. | - |
02 · Spelling | Schrijf het Nederlandse equivalent voor de volgende Engelse, Franse en Duitse woorden. | - |
03 · Spelling | Schrijf het Nederlandse equivalent voor de volgende Engelse, Franse en Duitse woorden. | - |
04 · Spelling | Schrijf het Nederlandse equivalent voor de volgende Engelse, Franse en Duitse woorden. | - |
05 · Vervoeging van Engelse werkwoorden (stam) | Schrijf zowel de Nederlandse infinitief als de stam van deze Engelse werkwoorden. | - |
06 · Vervoeging van Engelse werkwoorden (o.t.t.) | Schrijf de werkwoorden tussen haakjes in de tegenwoordige tijd (O.T.T.). | |
07 · Vervoeging van Engelse werkwoorden (v.t.t.) | Schrijf het voltooid deelwoord van het werkwoord tussen haakjes. | |
08 · Hoofdletters | Herschrijf de volgende zinnen en gebruik hoofdletters waar nodig. | |
09 · c of k? | Kies de juiste spelling van de volgende woorden. | - |
10 · c of k? | Kies de juiste spelling van de volgende woorden. | - |
11 · d - t - dt | Kies de juiste spelling van de werkwoordsvorm. | |
12 · d - t - dt | Schrijf de infinitief tussen haakjes in de juiste vorm (tegenwoordige tijd of voltooid deelwoord). |
06 · Voegwoorden | ||
Naam | Instructie | Media |
01 · Voegwoorden - nevenschikking | Kies uit de lijst het goede nevenschikkende voegwoord dat past in de volgende zinnen. | |
02 · Voegwoorden - nevenschikking | Kies uit de lijst het goede nevenschikkende voegwoord dat past in de volgende zinnen. | |
03 · Voegwoorden - onderschikking | Kies het juiste voegwoord en vervolledig de zin door de woorden in volgorde te plaatsen. | |
04 · Voegwoorden | Maak van onderstaande zinnen één zin. Gebruik daarbij het gegeven verbindingswoord. |
07 · Woordvolgorde | ||
Naam | Instructie | Media |
01 · Woordvolgorde (hoofdzin) | Vorm met volgende woorden een correcte zin. Het eerste woord van elke zin staat vast. | - |
02 · Woordvolgorde (hoofdzin) | Vorm met volgende woorden een correcte zin. Het eerste woord van elke zin staat vast. | - |
03 · Woordvolgorde (bijzin) | Vorm met volgende woorden een correcte zin. Opgelet: een aantal zinsdelen hebben reeds een vaste plaats in de zin gekregen. | - |
04 · Woordvolgorde (bijzin) | Herschrijf volgende zinnen. Kies telkens het juiste woord uit de lijst voor de bijzin. | - |
08 · Het woord "er" + gebruik | ||
Naam | Instructie | Media |
01 · Er | Schrijf het zinsdeel waarnaar "er" verwijst. | - |
02 · Er | Reageer op deze vragen. Gebruik daarvoor de informatie tussen haakjes en gebruik in je reactie het woord "er". | - |
09 · Negatie | ||
Naam | Instructie | Media |
01 · Neen, geen, niet | Kies de juiste negatie. | |
02 · Neen, geen, niet: woordvolgorde | Zet de bouwstenen in de juiste volgorde en maak een correcte zin. | |
03 · Neen, geen, niet: woordvolgorde | Zet de bouwstenen in de juiste volgorde en maak een correcte zin. | |
04 · Neen, geen, niet: woordvolgorde | Schrijf een negatief antwoord (in een volzin!) op de volgende vragen. Gebruik de woorden "geen" of "niet" in je antwoord. | - |
10 · Passief | ||
Naam | Instructie | Media |
01 · Passief - theorie | Lees de theorie aandachtig. Bepaal vervolgens of het om een actieve, dan wel passieve zin gaat. | - |
02 · Passief wordt actief | Maak de volgende passieve zinnen actief zodat ze vlotter klinken. | - |
03 · Passief wordt actief | Onderstaande zinnen zijn passieve constructies uit zakelijke brieven. De schrijvers van die brieven hadden hier echter beter actieve zinnen gebruikt. Lees de passieve zin en vul de actieve variant eronder aan. Indien nodig staat het onderwerp voor de actieve zin vermeld tussen haakjes. | - |
04 · Passief met "men" | Zet de volgende zinnen om naar het passief. | - |
11 · Rubriceren en ordenen | ||
Naam | Instructie | Media |
01 · Rubriceren | Zet de landen bij de juiste categorie. | - |
02 · Ordenen | Je hebt de namen van verschillende landen verzameld en wil ze nu mooi indelen en nummeren. Zet de landen in de juiste alfabetische volgorde. | - |
03 · Rubriceren | Zet de namen bij de juiste categorie. Zoek informatie op het internet indien een naam van een krant of tijdschrift je niet bekend voorkomt! | - |
04 · Ordenen | Je hebt in de vorige oefening de namen van tijdschriften en kranten bij de juiste categorie geplaatst. Zet nu alles alfabetisch. | - |
05 · Rubriceren | Roep de verkeersborden op. Kies de juiste categorie uit de lijst waartoe elke groep behoort. | |
06 · Rubriceren | De volgende woord(groep)en komen uit een aantal zakelijke brieven. Welke ervan geven goed nieuws / slecht nieuws of zijn neutraal? | - |
07 · Rubriceren | De volgende zinsneden komen uit zakelijke brieven. Welke zijn geschreven door een klant en welke door een leverancier? | - |
12 · Formeel en informeel taalgebruik | ||
Naam | Instructie | Media |
01 · Formele en informele aansprekingen | Orden de aansprekingen van formeel naar informeel. | - |
02 · Formeel taalgebruik in zakelijke brieven | Zet naast de informele telkens de formele variant. | - |
03 · Formeel versus informeel | Welke van deze mails bestempel je als "persoonlijk" en welke als "zakelijk"? | - |
04 · Formeel versus informeel | Komen de volgende zinnen uit een zakelijke of een persoonlijke brief? | - |
05 · U of jij? | Bepaal in volgende situaties welke vorm van het voornaamwoord gebruikt wordt. | |
06 · U of jij? | Kies u/uw of jij/je/jouw/jou. |
13 · Stijl | ||
Naam | Instructie | Media |
01 · Congruentie | Kies de juiste vorm van het werkwoord: enkelvoud of meervoud. | |
02 · Weglaten van zinsdelen | Welke van de twee zinnen is de correcte en/of de meest gebruikelijke? | |
03 · Beknopte bijzin | Zijn de volgende zinnen goed of niet goed? Maak de juiste keuze. | |
04 · Mogelijke valkuilen in het Nederlands | klik de zinnen aan die correct zijn. | - |
05 · Overbodige herhalingen | Welk woord (of welke woordgroep) mag (moet) uit de volgende zinnen worden weggelaten? | - |
14 · BIN-normen | ||
Naam | Instructie | Media |
01 · BIN-normen - persoonlijke brief | Bekijk de brief hieronder die gelay-out is volgens de BIN-normen. Klik op de verschillende onderdelen van de brief en lees nauwkeurig de bijhorende informatie. | |
02 · Bladschikking brief | Onderstaande brief is gelay-out volgens de BIN-normen. Weet jij wat waar hoort? Vul de verschillende onderdelen in met de termen uit de lijst. | |
03 · Datum | Noteer de datum op de correcte manier voluit en in cijfers. | - |
04 · Adresblokken | Verbeter de volgende adresblokken. | - |
05 · Aanspreking | Zijn deze aansprekingen correct in formele brieven? Lees goed de feedbackboodschappen! | - |
06 · Slotformule | Zijn deze slotformuleringen correct in formele brieven? Lees goed de feedbackboodschappen! | - |
Correspondentie | ||
01 · Standaardformules voor brieven | ||
Naam | Instructie | Media |
01 · Verzoekbrief (info / bestelling) | Lees de onderstaande standaardformules. | - |
02 · Informerende brief | Lees de onderstaande standaardformules. | - |
03 · Reactie op brief / (telefoon)gesprek | Lees de onderstaande standaardformules. | - |
04 · Herinnering sturen | Lees de onderstaande standaardformules. | - |
05 · Klachten | Lees de onderstaande standaardformules. | - |
02 · Brieven | ||
Naam | Instructie | Media |
00 · Inleiding | Lees de informatie. Die zal je helpen om de briefwisseling tussen de drie bedrijven te begrijpen. | |
01 · Mailing | Lees de brief aandachtig en roep de info op. | |
02 · Mailing | Stel de zinnen van de brief samen om een nieuw product aan te kondigen. | - |
03 · Mailing | Zet boven elke alinea de juiste titel uit de lijst. | - |
04 · Mailing | Zet de alinea's uit de mailing in de juiste volgorde. | - |
05 · Prijs- en informatie-aanvraag (1) | Lees de brief en roep de info op. | |
06 · Prijs- en informatie-aanvraag | Zoek de drie (inhoudelijke) fouten in deze brief. | - |
07 · Prijs- en informatie-aanvraag | Schrijf je eigen prijs- en informatie-aanvraag. | - |
08 · Prijs- en informatie-aanvraag | Bestudeer deze zinnen en roep de info op. | - |
09 · Info versturen / Offerte (1) | Lees de brief en roep de info op. | |
10 · Info versturen / Offerte | Lees de info en vul daarna het juiste woord in. | - |
11 · Info versturen / Offerte | Klik het juiste voorzetsel aan in de lijst. | - |
12 · Info versturen / Offerte | Tik de woorden in die de doorstreepte woorden moeten vervangen. | - |
13 · Bestelling (1) | Lees de brief en roep de info op. | |
14 · Bestelling | Duid bij de onderstaande termen en foto's aan welke dienen om droge/vloeibare producten in te verpakken. Kies tussen "droog" en "vloeibaar". | |
15 · Bestelling | Schrijf een brief om een bestelling te plaatsen. Lees eerst aandachtig de informatie. | |
16 · Bevestiging van de bestelling (1) | Lees de brief en roep de info op. | |
17 · Een advertentie plaatsen | Lees aandachtig de advertentie. Antwoord daarna op de vraag en vergelijk met het modelantwoord. | |
18 · Prijs- en informatie-aanvraag (2) | Lees aandachtig de brief en roep de info op. | |
19 · Prijs- en informatie-aanvraag | Nu is het jouw beurt: lees eerst de informatie, en stel daarna je brief op om info aan te vragen. | |
20 · Info versturen / Offerte (2) | Lees aandachtig de brief en roep de info op. | |
21 · Info versturen / Offerte | Stel een antwoord op voor onderstaande brief die gericht was aan "Executive Bathrooms". | - |
22 · Bestelling (2) | Lees de brief en roep de info op. | |
23 · Bestelling | Lees de brieven en de zinnen uit de telefoonconversatie. Beantwoord de vragen. | |
24 · Bestelling | Vul de brief correct aan. | - |
25 · Bevestiging van de bestelling (2) | Lees de brief en roep de info op. | |
26 · Bevestiging van de bestelling | Schrijf een brief ter bevesting van de bestelling. | - |
27 · Klachtenbrief | Lees de brief en roep de info op. | |
28 · Klachtenbrief | Lees de brief en beantwoord de vragen. | - |
29 · Klachtenbrief | Lees de informatie en schrijf de klachtenbrief. | |
30 · Klachtenbrief | Vul de tekst aan met telkens één woord per invulveld. Als een woord tussen haakjes staat, gebruik dan een afgeleide vorm van dat woord. | - |
31 · Antwoord op een klachtenbrief | Lees de brief en roep de info op. | |
32 · Antwoord op een klachtenbrief | Lees de onderstaande brief en volg de instructies. | |
33 · Antwoord op een klachtenbrief - goed nieuws | Lees de brief en de uitdrukkingen die gebruikt worden om goed nieuws te melden. Klik op de icoontjes voor meer uitleg. | - |
34 · Eerste herinnering | Lees de brief en roep de info op. | |
35 · Tweede herinnering | Lees de brief en roep de info op. | |
36 · Derde herinnering | Lees de brief en roep de info op. | |
37 · Woordenschat voor herinneringsbrief | Zet elk woord uit de tweede kolom bij de passende omschrijving uit de eerste kolom. | - |
38 · Zinsneden voor herinneringsbrief | Lees de zinsneden en vul ze aan met het juiste werkwoord uit de lijst. | - |
39 · Een spreker uitnodigen | Lees de brief en roep de info op. | |
40 · Een spreker uitnodigen | Schrijf een brief waarin je de heer Kraantjens uitnodigt om een uiteenzetting te komen geven. Gebruik de gegeven informatie. | - |
41 · Uitnodiging (per telefoon < > per brief) | Lees de dialoog en de informatie. Schrijf daarna de uitnodiging. | |
42 · Op een uitnodiging ingaan | Lees de brief en roep de info op. | |
43 · Op een uitnodiging ingaan | Lees de telefoonconversatie tussen mijnheer Winne en zijn secretaresse Doris. Stel daarna de brief van Doris op. Hou rekening met de tips. | |
44 · Een uitnodiging afslaan | Lees de brief en roep de gelinkte info op. | |
45 · Een uitnodiging afslaan | De onderstaande brief is nogal informeel opgesteld. Schrijf een meer gepaste versie. | |
46 · Formele uitnodiging | Bestudeer dit voorbeeld van een formele uitnodiging. Bekijk de gelinkte info. | |
47 · Ingaan op een formele uitnodiging | Lees de reactie op een formele uitnodiging en roep de info op. | |
48 · Een formele uitnodiging afslaan | Bestudeer dit voorbeeld om te weten hoe u een formele uitnodiging afslaat. Bekijk de info. | |
49 · Semi-formele uitnodiging | Bestudeer dit voorbeeld van een semi-formele uitnodiging. Bekijk de info. | |
50 · Semi-formele uitnodiging | Vul de onderstaande brief aan met de ontbrekende voorzetsels. | - |
51 · Semi-formele uitnodiging | Lees de zinnen. Geef telkens aan welke van beide zinnen het meest passend is om te gebruiken in een (semi-)formele brief of uitnodiging. | - |
52 · Semi-formele uitnodiging | Vul aan met het juiste woord. | - |
53 · Ingaan op een semi-formele uitnodiging | Lees de volgende brief. Het is een voorbeeld van hoe je ingaat op een semi-formele uitnodiging. Bekijk de gelinkte info. | |
54 · Een semi-formele uitnodiging afslaan | Lees in de volgende brief hoe je een semi-formele uitnodiging afslaat. Roep de info op. | |
55 · Een conferentiezaal reserveren | Lees de brief en roep info op. | |
56 · Een conferentiezaal reserveren | Som de vier elementen op waarbij verduidelijking nodig is. | - |
57 · Een kamer reserveren voor een genodigde | Lees de brief en roep de info op. | |
58 · Een kamer reserveren voor een genodigde | Lees de dialoog. Schrijf een brief om de reservering te bevestigen. | |
59 · Een prijsverhoging aankondigen | Lees de brief en roep de info op. | |
60 · Aankondigingen | Lees de onderstaande informatie. Bekijk de gelinkte info en stel de brief op. | |
61 · Aankondigingen | De uitdrukkingen in de volgende zinnen komen vaak voor in aankondigingen. Vul aan met de passende voorzetsels. | - |
62 · Een afspraak vragen | Lees de brief en roep de info op. | |
63 · Aanbevelingsbrief | Lees de brief en roep de info op. | |
64 · Aanbevelingsbrief | Kies het juiste woord in elk van de keuzelijstjes. | - |
65 · Aanbevelingsbrief | Vul de brief aan met woorden uit de lijst. | - |
66 · Aanbevelingsbrief | Stel de zinnen uit aanbevelingsbrieven opnieuw samen. | - |
67 · Afwijzingsbrief | Kies telkens het juiste woord in de keuzelijst. | - |
68 · Uitnodiging voor een interview | Lees de brief en roep de info op. | - |
69 · Goodwillbrief | Lees de brief en roep de info op. |
03 · E-mails | ||
Naam | Instructie | Media |
01 · De tien geboden van de e-mail | Lees eerst de tien geboden, en vul vervolgens de juiste nummers in. Volg de instructies in de oefening. | |
02 · Een verzorgde brief / e-mail | Lees zorgvuldig de regels omtrent het opstellen van een verzorgde brief / e-mail. | - |
03 · Structuur van een e-mail | Plaats de onderdelen van de mail in de juiste volgorde. | - |
04 · Werkwijze bij het versturen van een e-mail | Lees de tekst en kies de woorden uit de lijst die passen in de context. | - |
04 · Memo's | ||
Naam | Instructie | Media |
01 · Een memo opstellen | Lees de tekst en bestudeer de informatie. | - |
05 · Samenvattingen | ||
Naam | Instructie | Media |
01 · Stappenplan voor samenvattingen | Lees de tekst aandachtig en bestudeer de belangrijkste elementen om een goede samenvatting te schrijven. | - |
02 · Uitdrukkingen | Lees aandachtig de volgende uitdrukkingen die gebruikt worden om de originele informatie waarheidsgetrouw weer te geven. Kies vervolgens de juiste categorie. | - |
In de kolom Media wordt aangegeven welke multimedia-bestanden aan de oefening gelinkt zijn:
= geluid,
= beeld,
= video,
= informatie- en/of grammaticapagina.